Wat is de betekenis van carcinoom?

carcinoom - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) kankergezwel, bestaande uit epitheelcellen Woordherkomst afgeleid van het Griekse 'karkinōma' (kanker) (met het achtervoegsel -oom)

Vorm van kanker, meestal in de vorm van een gezwel (tumor) (uitspraak: kar-sie-NOOM, -kart-sie-NOOM). Kijk ook bij kanker.

(o.), kwaadaardig gezwel van het dekweefsel of klierweefsel.

Medisch eufemisme (ontleend aan het Grieks) voor kankergezwel. Velen durven het woord kanker niet uitspreken. De meeste eufemismen rond deze gevreesde* ziekte stammen dan ook uit medische hoek, dat wil zeggen ze komen uit het Latijn of het Grieks. Een vreemde taal schept nu eenmaal afstand. In de jaren zestig ging men de ziekte ook enkel met de eer...

[v. Gr. karkinooma = zweer, van karkinos = kreeft, krab; zie cancer] (bep. vorm van) kankergezwel.

kankergezwel

afgekort: ca, kanker.

zie Kanker.

kwaadaardig gezwel bestaande uit epitheelcellen. De meest voorkomende zijn die van long, maag, borstklier, darm, baarmoeder, eierstok en blaas. Met de leeftijd stijgt de kans. In Nederland worden per jaar 30.000 gevallen geconstateerd. Behandeling door chirurgische verwijdering van het carcinoomweefsel. Bestralingen en geneesmiddelen kunnen de groe...