Wat is de betekenis van capo?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

capo

(1966) (< Ital.) onderbaas in een maffiafamilie. Bij ons is dit woord bekend geworden dankzij de populaire televisieserie ‘The Sopranos’. • Er komt een dag dat de jongeman, die op het punt staat opgenomen te worden in de engere kring der Mafia, door de Capo van zijn dorp of zijn district binnengeleid wordt in de gehei...

2024-04-19
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

CAPO

UIT: Sterk spul, die PVV (Nausicaa Marbe, Bkbcampaignwatch.nl, 4 juli 2012) CONTEXT: Het onverwachte akkefietje met de weglopers wuifde hij weg, zonder zijn zwakke positie als volkomen overrompelde CAPO te verbergen. : maffiabaas UITSPRAAK: [ka-po] WOORDFEIT: Capo is Italiaans voor 'hoofd', 'leider, baas'. Het betekent in he...

2024-04-19
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

capo

capo: de chef van het wielerpeloton is de capo di tutti capi, een beetje zoals bij de maffia maar dan iets gesublimeerder. Zo waren cracks als Van Looy, Merckx, Hinault en Armstrong de onbetwistbare opperbobo's van hun generatie. Pantani daarentegen nam in zijn dagen van mentale aftakeling ook capo-allures aan. De capo's of 'capi' zijn ook de korte...

2024-04-19
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

capo

maffiabaas. In het Italiaans betekent capo gewoon ‘chef, leider’. Het woord, dat bij ons vooral bekend is geworden dankzij de populaire televisieserie ‘The Sopranos’, kan zowat overal gebruikt worden (in het restaurant, op het werk). Toen VVD’er Hans Dijkstal zijn partijgenoot, fractievoorzitter Jozias van Aartsen, beg...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Capo

[It.] hoofd; (muz.) da —, van het begin af herhalen.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Capo

in Duitse concentratiekampen opzichter, gekozen uit de gevangenen zelf

2024-04-19
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

capo

1. hoofd; 2. begin, einde. 3. hoofd, opperhoofd; 4. kaap. 5. reden, beweegreden; capo d’anno, Nieuwjaar; capo per capo, stuk voor stuk; dare al capo, naar het hoofd stijgen; da capo, nog eens; a capo di, in capo a, a. h. begin, a. h. einde van; da capo a fondo, v. h. begin t. h. einde; da un capo all’altro, v. h. een einde naar het ande...

2024-04-19
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Cāpo

ōnis, m. kapoen.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

Capo

m. gevangenisjoorman 1. ü. Duitse concentratiekampen.