capaciteit (kapaciteit)
capaciteit (kapaciteit) - [Lat. capax, veel kunnende bevatten, ruim], v. (-en), 1. bekwaamheid, geschiktheid, kundigheid, maximale prestatie die een persoon kan bereiken : iemand van (met) grote (veel) capaciteiten; op zijn capaciteiten wil ik niets afdingen; 2. vermogen om in te houden, te vervoeren, te verwerken: de — van een rivier, de ho...