Canonicus
[kerkelijk Lat. = domheer] oorspr.: priester die volgens een bep. regel (canon) met de bisschop in gemeenschap leefde, kanunnik (z.a.).
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[kerkelijk Lat. = domheer] oorspr.: priester die volgens een bep. regel (canon) met de bisschop in gemeenschap leefde, kanunnik (z.a.).
Stephanus Axters (1937)
1. Kerkrechtelijk, kerkelijk (KERKELIJK RECHT). 2. Erkend als tot de Schriftuur behoorend (SCHRIFTUUR).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: