canescens
canéscens, - van Lat. canescĕre (van canus, grijs), grijs worden: grijs wordend, grijsachtig, grijsharig.
Dr. C. A. Backer (1936)
canéscens, - van Lat. canescĕre (van canus, grijs), grijs worden: grijs wordend, grijsachtig, grijsharig.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: