Wat is de betekenis van CAMERARIUS?

2024-03-29
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

CAMERARIUS

zie Curie.

2024-03-29
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

CAMERARIUS

wordt genoemd de kardinaal, die de tijdelijke goederen van het kardinaalscollege beheert en de inkomsten daarvan, die tegenwoordig slechts zeer gering zijn, onder de curie-kardinalen verdeelt. De kardinaal-camerarius wordt ieder jaar opnieuw door de kardinalen gekozen. Hij moet onderscheiden worden van de kardinaal-camerlengo.

2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Camerarius

Camerarius - 1° Joachim, eig. Liebhard Kammerer (een van zijn voorouders was kamerheer van den bisschop van Bamberg), Humanist, een der eerste philologen van zijn tijd; * 1600 te Bamberg, ✝ 1574 te Leipzig. C. was prof. in Grieksch te Neurenberg, Tübingen en Leipzig. Hij was een vurig ijveraar voor de Klass. studiën en schreef o.a. bi...

Wil je toegang tot alle 7 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Camerarius

Camerarius - (Joachim) eigenl. Kammermeister, 1600 — 74, geb. te Bamberg, de meest beteekenende philoloog van Duitschland in de 16de eeuw, heeft uitgaven bezorgd van Sophocles, Quintilianus, Macrobius, Plautus (1552), Galenus, Thucydides, Cicero, Herodotus en Aristoteles’ Ethica en een Historia rei nummariae. Zie Horawitz, Allg. deutsche Biogr. III...