Wat is de betekenis van cacao?

Het begrip cacao heeft 4 verschillende betekenissen: 1) cacaobonen. het zaad, de bonen van de cacaoboom als natuurproduct, handelsproduct en als ruwe grondstof voor chocolade en chocolademelk; cacaobonen. 2) basisbestanddeel van chocolade. basisbestanddeel van chocolade en chocoladeproducten, hetzij de niet-ontvette massa (cacaomassa...

cacao - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) (drinken) product verkregen uit de bonen van de cacaoboom dat onder andere wordt gebruikt voor de bereiding van chocolade ♢ In Zaandam wordt van cacao chocolade gemaakt. Verwante begrippen chocolade

cacao - zelfstandig naamwoord uitspraak: ka-kau 1. gemalen bonen van de cacaoboom, grondstof voor chocolade ♢ in deze reep zit veel cacao Zelfstandig naamwoord: ka-kau de cacao

Stof die gewonnen wordt uit de pitten, zaden en bonen van de cacaoboom en gebruikt als genotmiddel of als grondstof voor genotmiddelen als koek, gebak, taarten, puddingen, vla, ijs, broodbeleg, bonbons, dranken e.d. Cacao wordt in vakkringen ook wel aangeduid met ‘theobromina’.

cacáo, - verhaspeling van kakahuatl, Mexic. volksnaam der plant.

Degene die in de droom chocolademelk drinkt, wil vermoedelijk - in de waaktoestand - iemand, die het in feite niet heeft verdiend, belachelijk maken. [Duits: ‘Durch den Kakao ziehen’]

chocolademelk; zaad van de cacaoboom; poedervormige stof uit cacaobonen

(oorspronkelijk Mexicaans woord), uit de gerooste en ontvette zaden van de cacaoboom bereid poeder en de daaruit bereide drank. De zaden bevatten het aan de coffeïne verwante theobromine, dat de zenuwen zwak prikkelt. Daar echter in de zaden en in de drank ook nog vet, eiwit en zetmeel voorkomen, en men voorts aan de drank nog melk en s...

m., 1. het zaad (bonen) van de cacaoboom, waarvan chocolade bereid wordt. Voor een overzicht van de cacaoproduktie zie afb.