Wat is de betekenis van Buzzer?

2024-03-28
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

buzzer

(zelfstandig naamwoord) [alg.] sirene, fabrieksfluit, zoemer [alg.] pieper, zoemer - Als de pieper gaat, moet ik als de wiedeweerga naar de afdeling intensieve zorg.

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

buzzer

buzzer - Zelfstandignaamwoord 1. (verouderd) apparaatje dat trilt als je het belt en door nummercodes een bericht kan ontvangen, het apparaat is vervangen door de mobiele telefoon De huisarts keek op zijn buzzer en zag dat hij de praktijk met spoed moest terugbellen. ...

2024-03-28
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Buzzer

Buzzer - (Eng.), ontvangstapparaat in zakformaat; soort semafoon. Voor het apparaat is geen abonnement vereist. De buzzer is een als modern en jong verkochte semafoon met een beperkte berichtendienst. Het cultprodukt voor jongeren begon zijn opmars in de Verenigde Staten, Japan en Zweden. Ruim een jaar geleden werd het ook een rage in Nederland. Vr...

Wil je toegang tot alle 5 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Buzzer

[Eng., van to buzz = brommend-zoemend geluid maken (klanknabootsing)] zoemer.