Wat is de betekenis van buurtbewoner?

2024-12-14
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

buurtbewoner

bewoner van een buurt. iemand die in een bepaalde buurt woont; bewoner van een buurt. Voorbeelden: Buurten waar buurtbewoners, in samenwerking met de overheid, actief werken aan verbetering van de leefbaarheid en veiligheid, ontvangen het keurmerk 'veilige buurt' en ontvangen extra middelen die kunnen worden gebruikt ter ve...

2024-12-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

buurtbewoner

buurtbewoner - Zelfstandignaamwoord 1. bewoner van een deel van een wijk, stad of dorp de woedende buurtbewoner smeet een emmer koud water over de voor zijn deur kotsende corpsballen Woordherkomst samenstelling van buurt en bewoner

2024-12-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

buurtbewoner

buurtbewoner - zelfstandig naamwoord uitspraak: buurt-be-wo-ner 1. iemand die met anderen in dezelfde buurt woont ♢ de buurtbewoners treffen elkaar elk jaar op het buurtfeest Zelfstandig naamwoord: buurt-be-wo-ner de...

2024-12-14
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-12-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Buurtbewoner

m. (-s).

2024-12-14
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Buurtbewoner

m. (-s), medebewoner van de buurt of wijk waar men woont.