bussel
...
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
bos van takken, stro enz.. Voorbeelden: Wie wil bouwen moet naar Loiyangallani, zeven acht kilometer verderop, verdroogde palmrietbladeren snijden. Het zijn de vrouwen die de hutten bouwen. Ze dragen het riet in grote bussels op hun hoofd. Zeven acht kilometer terug. Blootsvoets. Elvis Peeters, Calvados, 2001 Als een Nimrod tr...
Marc De Coster (2020-2024)
(1958) scheldw.) dikke vrouw. Een 'brokbussel' is in de Kempen een benaming voor een zwaar kind. • (Casper van de Ven: De Brabantse spot- en scheldnamen. 2013)
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
bosje, bundel Eer het drie weken verder is hebben die twee een rendez-vous in de beemd achter een bussel struiken, en wat gebeurt er zoal als een jongen en een meisje weten dat ze alleen zijn? (Roger van de Velde, De dorpsveroveraar) Elegant zwaaiend met een bussel prei kwam hij de keuken binnen. 'Bloemen zijn een ve...
Peter Bakema (2003)
(de, -s) bos, bundel. Het woord bouchon zou afkomstig zijn van het oude Franse woord bousche, dat verwijst naar een bussel takken die sommige uitbaters boven de deur van hun uitbating hingen. - DM, 14-03-2003.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), (Zuidn.), 1. bos (van takken, stro, pijlen enz.), bundel, schoof; 2. zwachtel; 3. luiers.
M. J. Koenen's (1937)
m. bussels (verkl. van bos: bundel): een bussel stro; inz. in Z.-N.; ook Z.-N. zwachtel, luiers.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: