Wat is de betekenis van Bussel?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

bussel

bos van takken, stro enz.. Voorbeelden: Wie wil bouwen moet naar Loiyangallani, zeven acht kilometer verderop, verdroogde palmrietbladeren snijden. Het zijn de vrouwen die de hutten bouwen. Ze dragen het riet in grote bussels op hun hoofd. Zeven acht kilometer terug. Blootsvoets. Elvis Peeters, Calvados, 2001 Als een Nimrod tr...

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bussel

(1958) scheldw.) dikke vrouw. Een 'brokbussel' is in de Kempen een benaming voor een zwaar kind. • (Casper van de Ven: De Brabantse spot- en scheldnamen. 2013)

2024-04-20
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

bussel

bosje, bundel Eer het drie weken verder is hebben die twee een rendez-vous in de beemd achter een bussel struiken, en wat gebeurt er zoal als een jongen en een meisje weten dat ze alleen zijn? (Roger van de Velde, De dorpsveroveraar) Elegant zwaaiend met een bussel prei kwam hij de keuken binnen. 'Bloemen zijn een ve...

2024-04-20
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

bussel

(zn) bundel BM, HP, TM, WB.

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

bussel

(de, -s) bos, bundel. Het woord bouchon zou afkomstig zijn van het oude Franse woord bousche, dat verwijst naar een bussel takken die sommige uitbaters boven de deur van hun uitbating hingen. - DM, 14-03-2003.

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

bussel

heupkussing (vrouerok).

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bussel

m. (-s), (Zuidn.), 1. bos (van takken, stro, pijlen enz.), bundel, schoof; 2. zwachtel; 3. luiers.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bussel

m. bussels (verkl. van bos: bundel): een bussel stro; inz. in Z.-N.; ook Z.-N. zwachtel, luiers.