Wat is de betekenis van Burgers?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

burgers

burgers - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord burger

2024-04-23
XYZ van de Grieks-Romeinse Oudheid

Jos Liefrink (1989)

Burgers

Burgers - Voor de burgers in Griekenland zie Vermogensklassen, Politeia, Sparta. Voor de burgers in Rome zie Civis, Iura privata, Iura publica. Voor de standen zie Plebejers, Patriciërs.

2024-04-23
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Burgers

Zie W. J. F. Fleischhacker.

2024-04-23
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950

Pieter Scheen (1969)

Burgers

Burgers - zie W. J. F. Fleischhacker.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Burgers

bn., (Zuidn.) als (van) een burger; zelfst.: de matroos kleedde zich op zijn burgers.

2024-04-23
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Burgers

poorters, ingezetenen eener stad, welke volle burgerrechten bezaten. Na de Fransche revolutie verviel de onderscheiding.

2024-04-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Burgers

Burgers - naam in de Molukken gegeven aan de nakomelingen van Portugeezen, Mardijkers (vrijgelaten slaven), vroegere Hollandsche kolonisten en gewezen Compagnie-dienaren. Het Europeesche element is bijna geheel in het inlandsche opgelost. Buiten het gewone negorij-verband staande, waren de B. ontslagen van dienstplicht aan de hoofden, van gedwongen...