Wat is de betekenis van Burgemeesteren?

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

burgemeesteren

Zie: burgemeester* maken.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Burgemeesteren

(burgemeesterde, heeft geburgemeesterd), (gemeenz.) de burgemeester spelen, de grote heer uithangen; — (spr.) dat galgt beter dan ’t burgemeestert, dat leidt eerder tot de galg dan tot hoogheid, er is meer gevaar dan voordeel bij die zaak, bij die onderneming.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

burgemeesteren

(burgemeesterde, heeft geburgemeesterd) 1. Scherts, het ambt van burgemeester uitoefenen. →: galgen. 2. de grote heer uithangen.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Burgemeesteren

(burgemeesterde, heeft geburgemeesterd), (gemeenz.) de burgemeester spelen, de grote heer uithangen; (spr.) dat galgt beter dan het burgemeestert, dat leidt eerder tot de galg dan tot hoogheid, er is meer gevaar dan voordeel bij die zaak.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Burgemeesteren

BURGEMEESTEREN, (burgemeesterde, heeft geburgemeesterd), (gemeenz.) den burgemeester spelen, den grooten heer uithangen; — (spr.) dat galgt beter dan ’t burgemeestert, dat leidt eerder tot de galg dan tot hoogheid, er is meer gevaar dan voordeel bij die zaak, bij die onderneming.