burgemeesteren
Zie: burgemeester* maken.
Van Dale Uitgevers (1950)
(burgemeesterde, heeft geburgemeesterd), (gemeenz.) de burgemeester spelen, de grote heer uithangen; — (spr.) dat galgt beter dan ’t burgemeestert, dat leidt eerder tot de galg dan tot hoogheid, er is meer gevaar dan voordeel bij die zaak, bij die onderneming.
Jozef Verschueren (1930)
(burgemeesterde, heeft geburgemeesterd) 1. Scherts, het ambt van burgemeester uitoefenen. →: galgen. 2. de grote heer uithangen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(burgemeesterde, heeft geburgemeesterd), (gemeenz.) de burgemeester spelen, de grote heer uithangen; (spr.) dat galgt beter dan het burgemeestert, dat leidt eerder tot de galg dan tot hoogheid, er is meer gevaar dan voordeel bij die zaak.
J.H. van Dale (1898)
BURGEMEESTEREN, (burgemeesterde, heeft geburgemeesterd), (gemeenz.) den burgemeester spelen, den grooten heer uithangen; — (spr.) dat galgt beter dan ’t burgemeestert, dat leidt eerder tot de galg dan tot hoogheid, er is meer gevaar dan voordeel bij die zaak, bij die onderneming.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: