Burcht (burg, borg)
v./m. (-en), 1. sterk kasteel, slot, versterkte plaats, wijkplaats; 2. (fig.) bolwerk: burchten van het kapitalisme; toevluchtsoord: een vaste is onze God; 3. (heraldiek) figuur in de vorm van een toren, als wapenembleem. GESCHIEDENIS. Prehistorie. Met de term burcht duidt men voor deze periode een versterkte ruimte aan waarbinnen men zich i...