Wat is de betekenis van Bulken van het geld?

2024-03-29
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Bulken van het geld

D.i. zeer rijk zijn, overvloedig geld bezitten. Volgens het Ndl. Wdb. III, 1878 is de oorspr. bet. van het ww. bulken in deze uitdrukking waarschijnlijk die van boeren, oprispingen loslaten, in welken zin het in verschillende dialecten nog voorkomt. Syn. is stinken van 't geld (zie Falkl. IV, 163; daveren van tgo...