Wat is de betekenis van Buitenhoek?

2024-03-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Buitenhoek

de hoek die samen met een der hoeken van een driehoek 180° vormt,

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Buitenhoek

m. (-en), 1. hoek aan de buitenzijde van een voorwerp ; 2. hoek of wijk ver van het middelpunt van de gemeente; 3. (meetk.) hoek gevormd door een zijde en het verlengde der aanliggende zijde: in elke driehoek is een buitenhoek gelijk aan de som der niet-aanliggende binnenhoeken; — (bij de snijding van twee evenwijdige lijnen door and...

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

buitenhoek

('buitәn) m. (-en) hoek buiten iets anders gelegen nl. 1. hoek aan de buitenzijde : de van het oog. 2. Meetk. hoek buiten de figuur gelegen. Tgst. binnenhoek. 3. wijk buiten een stad of dorp.

Wil je toegang tot alle 5 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Buitenhoek

m. (-en), 1. hoek aan de buitenzijde van een voorwerp; 2. hoek of wijk ver van het middelpunt van een gemeente; 3. hoek gevormd door een zijde en het verlengde van de aanliggende zijde: in elke driehoek is een buitenhoek gelijk aan de som van de niet-aanliggende binnenhoeken; 4. (bij de snijding van twee (evenwijdige) lijnen door een derde recht...