Wat is de betekenis van Buitengemeen?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

buitengemeen

buitengemeen - Bijvoeglijk naamwoord 1. boven het normale uitstijgend Dall’Oglio, die in Syrië een kloosterorde leidde waar ook moslims zich thuis voelden, maar die in 2013 door IS ontvoerd werd. Juist hij. In het hart van het boek is een omvangrijk hoofdstuk gewijd aan pater Paolo en zijn klooster waaruit...

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Buitengemeen

bn. bw. (...mener, -st), ongemeen, zeldzaam, (deftiger dan) buitengewoon: buitengemene talenten ; — bw. : hij was buitengemeen knap.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

buitengemeen

bn., bw. (zeldzaam, deftiger dan buitengewoon): een buitengemene bijval: verstandig.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

buitengemeen

(buitәngd'me:n) bw. buitengewoon, doch deftiger : knap. Syn. → bevreemdend.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Buitengemeen

(het accent wisselt), bn. en bw. (-mener, -st), ongemeen, zeldzaam, (deftiger dan) buitengewoon: buitengemene talenten; bw.: hij was buitengemeen knap.

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Buitengemeen

BUITENGEMEEN, bn. bw. (-er, -st), ongemeen, zeldzaam, (deftiger dan) buitengewoon hij was buitengemeen knap en scherpzinnig, had buitengemeen veel doorzicht.

2024-04-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)