buitenbeentje
(19e eeuw, vero.) (euf.) onecht kind, bastaard. Vermeld door o.a. Stoett (1923) en Heestermans (1980). • Affijn.... u zal zeker wel eris gedacht hebben, dat ik getrouwd was, omdat Alex altijd moeder tegen me zeit, maar ik ben niet getrouwd... ziet u Alex is eigenlijk een buitenbeentje zal 'k maar zeggen, z'n moeder was wat...