Wat is de betekenis van buiteling?

2025-04-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Buiteling

v. (-en), duikeling over het hoofd; (fig.) bankroet.

2025-04-21
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

buiteling

buiteling - Zelfstandignaamwoord 1. vallen en over de kop gaan Maar het broodnodige momentum werd verkwanseld met elke foutieve pass en nodeloze buiteling. Nee, Barcelona stak niet in grootse vorm, de gouden voetjes konden elkaar moeilijk vinden in de mêlee van PSG-withemden. Precisie ontbrak, Messi’...

2025-04-21
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Buiteling

s., tommeling, slach oer de kop.

2025-04-21
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-04-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

buiteling

v. buitelingen (tuimeling): buitelingen maken.

2025-04-21
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

buiteling

v. (-en) het buitelen : een doen, maken.

2025-04-21
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Buiteling

v. (-en), kromme sprong; duikeling over het hoofd; (fig.) bankroet; vreemde of rare buitelingen maken, op vreemde wijze te werk gaan of redeneren.