Wat is de betekenis van Buitelen — duikelen — tuimelen?

2024-04-25
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Buitelen — duikelen — tuimelen

Buitelen is voorovervallen; tuimelen voorover ergens afvallen; duikelen over het hoofd tuimelen, met het hoofd voorover of achterover eene omwenteling met het lichaam maken. Men maakt op den gelijken grond eene buiteling. Men tuimelt de trappen af. De acrobaat duikelt.