Wat is de betekenis van Buis?

2024-04-24
Orthodontisch woordenboek

Dr. H.J. Remmelink (2022)

Buis

Buis op een kies waarin de boog van een vastzittende beugel kan worden bevestigd. Een buis kan op een band om de kies zijn gelast of op de kies geplakt zijn (plakbuis). Wordt ook tube genoemd.

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

buis

1) (1960+) (inf.) televisie. Verkorting van beeldbuis. • En raklama op de buis kan natuurlijk niet zomaar. (Hitweek, 06/10/1967) • Een forum met alle experts op de buis. (Arie B. Hiddema: Dag heer. 1970) • Buis: televisie. (Piet Grijs: Blijf met je fikken van de luizepoten af. 1972) • Ik verschijn met mijn huis(gezin) op de b...

2024-04-24
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Buis

Zie Bos

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

buis

buis - Zelfstandignaamwoord 1. (f)/(m) een hol, cilindrisch voorwerp Kun je dat voorwerp even in de buis stoppen? 2. (f)/(m) (België) een onvoldoende rapportcijfer Evelien heeft een buis voor Nederlands. 3. (f)...

2024-04-24
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Buis

Buis - (Vlaams) een buis krijgen, halen: niet slagen voor een examen. De uitdrukking is ook bij scholieren bekend. Ze gaat terug tot een folkloristisch gebruik waarbij niet-verkozen kandidaten na een verkiezing met een kachelpijp of buis rondliepen en zich door iedereen lieten bespotten. Een hoge hoed werd in Vlaanderen ook schertsend stoofbuis of...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

buis

buis - zelfstandig naamwoord 1. langwerpige ronde koker ♢ het water wordt door een buis afgevoerd 2. onderdeel van motor waarin zuiger heen en weer gaat ♢ ? 3. apparaat waarme...

2024-04-24
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Buis

De naam Buis komt vooral in Noord-Holland voor en in mindere mate in Zuid-Holland. De naamsvorm Buijs met ij/y heeft meer naamdragers en deze vorm komt het meest in Zuid-Holland voor, net iets meer dan in Noord-Holland en op enige afstand gevolgd door Noord-Brabant.

2024-04-24
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

buis

onvoldoende (informeel) Silke is lang niet de enige met een grandioze buis op het vak gebouwuitrusting. Van de 200 derdejaars studenten zijn er maar 7 geslaagd. (De Standaard) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 1

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

buis

(de, buizen) in België ook: kachelpijp, hoge hoed, onvoldoende. Enkele dagen geleden belde een vader die zei dat zijn dochter een schitterend rapport had maar toch haar jaar moest overdoen. Hij wou in beroep gaan tegen die beslissing. Toen ik verder vroeg, bleek dat zijn dochter vier buizen had, en geen kleintjes, allemaal ergens rond de 20 pr...