Wat is de betekenis van buik?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

BUIK

(2000+) acron. onder minnaars: 'broek uit, ik kom'. Vooral populair onder soldaten. Vgl. Eng. slang: B.U.R.M.A.: be upstairs (undressed) ready my angel. • Hij had een lief en iedere keer als hij verlof kreeg, stuurde hij haar een telegram. Er stonden maar vier letters op: B.U.I.K. Buik, ja, buik. Weet er iemand wat die lette...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

buik

buik - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) het onderste deel van de voorkant van de romp van mens of dier dat van boven door het middenrif en van onderen door de bekkengordel begrenst is Mijn dochter heeft de laatste tijd soms pijn in haar buik. 2. (natuurkunde) plaats waar een golf- of tri...

2024-03-28
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Buik

Buik - uit zijn buik huilen: urineren. Zie buiksnuiten . Voor zijn gevoeg doen gebruikt men de uitdrukking aan zijn bruine trui breien; de volkstaal kent hiervoor ook nog de zegswijze de rug snuiten. . . . enje stond al met je lul inje hand tegen een pisang of een ander won­ derlijk opgroeisel uitje buik te huilen. - Jan Wolkers, De walgvogel (197...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

buik

buik - zelfstandig naamwoord 1. het zachte middelste deel van het lichaam ♢ ik heb pijn in mijn buik 1. schrijf maar op je buik [je krijgt je zin niet] 2. baas in eigen buik zij...