Wat is de betekenis van buigzaam?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

buigzaam

buigzaam - Bijvoeglijk naamwoord 1. in staat te buigen Dit materiaal is zowel buigzaam als sterk. 2. overdrachtelijk: bereid zich aan te passen Hij is nooit een erg buigzaam man geweest. Woordherkomst Naamwoord van handeling van...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

buigzaam

buigzaam - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: buig-zaam 1. je kunt het buigen en van vorm veranderen ♢ koperdraad is buigzaam materiaal 2. wie zich gemakkelijk aanpast aan wisselende omstandigheden ...

2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Buigzaam

adj., bûchsum, linich, slop; het is niet —, der sit gjin bûch yn.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)