bucht
rommel. ondeugdelijke of vieze waar; rommel; troep. Voorbeelden: Ze denkt niet dat haar broers al eens een drug hebben geproefd. Het gaat hen - vooral Toine dan - om het principe van de vrijheid. 'Maar komt met die bucht niet in mijn huis,' had haar moeder gezegd. Geertrui Daem, Koud, 2001 Zijn spaghetti was é...