Wat is de betekenis van Bruutheid?

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bruutheid

v. (ruwheid).

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bruutheid

v. (-heden), 1. het bruut-zijn; 2. daad van bruut optreden.

Gerelateerde zoekopdrachten