Wat is de betekenis van Brusselaar?

2024-03-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Brusselaar

iemand uit Brussel. iemand die afkomstig is uit Brussel; inwoner van Brussel. Voorbeelden: Meer dan ooit zullen de Vlaamse Brusselaars deel blijven uitmaken van de Vlaamse Gemeenschap. De Franstalige Brusselaars zullen dit moeten inzien en aanvaarden. Het is niet de schuld van de Vlamingen dat de Franstaligen in dit land gekozen hebb...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Brusselaar

Brusselaar - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) inwoner van Brussel Woordherkomst afgeleid van Brussel met het achtervoegsel -aar

2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Brusselaar

m. Brusselaars, Brusselaren (inwoner van, man uit Brussel).

Wil je toegang tot alle 6 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Brusselaar

('brussәla:r) m. (-s) inwoner, man afkomstig van Brussel.