Wat is de betekenis van bruinkoolganger?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bruinkoolganger

(1988) (scheldw.) homo. De term is volgens Joustra afkomstig uit het Rotterdamse havengebied. • (Arendo Joustra: Homo-Erotisch Woordenboek. 1988) • In de naam van Koning Pim Niemand komt er hier nog in Bruinkoolganger, kakelnicht Nederland dat blijft pot dicht. (Dolly Bellefleur: De Ontzetting. 2001)

2024-04-20
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

bruinkoolganger

homoseksueel. De term is volgens Joustra afkomstig uit het Rotterdamse havengebied. In de naam van Koning Pim Niemand komt er hier nog in Bruinkoolganger, kakelnicht Nederland dat blijft potdicht. (Dolly Bellefleur, De Ontzetting, 2001)

Gerelateerde zoekopdrachten