Wat is de betekenis van bronchus?

bronchus - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) luchtpijptak

De eerste vertakking van de luchtpijp. De luchtpijp, waardoor adem in de longen terechtkomt, splitst zich in de rechter en de linker hoofdbronchus. Die vertakken zich verder, in verschillende kleinere luchtpijpvertakkingen. Ook die luchtpijpvertakkingen (bronchioli) vertakken zich weer. Ze eindigen in de longblaasjes (alveolen). Een bronchus en all...

1. de naam voor ieder der twee buizen, waarin de luchtpijp zich (bij de bifurcatio) splitst.; 2. in het meervoud worden echter vaak ook alle kleinere vertakkingen van de luchtwegen bronchi genoemd, alhoewel eigenlijk de middelgrote bronchium (mv. bronchia, Ned. bronchiën) heten en de allerkleinste bronchiolus (bronchioli, bronchiolen).

De luchtpijp verdeelt zich in de longen in twee takken, die zich elk in een long verder vertakken. Deze alle binnen de longen gelegen luchtpijpen noemt men bronchi (mv. van b.).

bronchus, luchtpijptak.

Bronchus noemt men de luchtpijpsvertakking. Deze begint bij volwassenen ter hoogte van den vierden tot vijfden borstwervel. De plaats waar de beide bronchi zich van de luchtpijp (trachea) afsplitsen heet bifurcatio. De vertakkingen heeten rechter en linker hoofdbronchus. Bij volwassenen hebben zij een lengte van resp. 5 cm. De rechter hoofdbronchu...

zie Bronchi.

zie Bronchi.

[Gr. bronchos, keel, strot], m. (-chi, chiën), een vertakking van de luchtpijp. De luchtpijp splitst zich in de borstkas in tweeën: een linker- en een rechter(hoofd)bronchus. De rechterhoofdbronchus splitst zich in de long in drie takken, de linker in twee takken. Deze splitsen zich weer op in kleinere takken, zodat een boomvormig vertakt...