Wat is de betekenis van brokken?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

brokken

Het begrip brokken heeft 2 verschillende betekenissen: 1) in kleine stukjes breken. brood, koek en dergelijke in kleine stukjes breken om te weken in melk of een andere vloeistof. 2) een brok vormen. een brok vormen.

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

brokken

(1991) (jeugd) overgeven, kotsen (door teveel drank). Syn.: brokkelen*; een brokkeltje leggen. • (C.A.J. Hoppenbrouwers: Jongerentaal: de tipparade van de omgangstaal. 1991) • Brokken. Kotsen. Alles wat slecht is, 'is om te brokken'. (Jongerentaal in De Morgen, 24/02/1999) • (Lucie Sedlácková: Neologismen in het Nede...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

brokken

brokken - Werkwoord 1. (voeding) vast voedsel in brokken verdelen om het aan vloeibaar voedsel toe te voegen Zij brokt een beschuitje in haar soep. brokken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord brok

2024-04-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

brokken

In de uitdr. iets in de pap te brokken hebben, in de standaarde: iets in de melk (minder gewoon: in de pap) te brokkelen hebben; ook: een vinger in de pap (willen) hebben, het voor het zeggen hebben enz.. Op zekere gebieden die bij haar lijdzame ondergeschiktheid passen heeft zij toch ook wat in de pap te brokken, TEIRLINCK 1952, 2, 174. Er...

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Brokken

(brokte, heeft gebrokt), in brokken breken, inz. van brood, beschuit enz. om dit in vloeibare spijs te mengen: brood in de soep brokken ; — veel in de melk te brokken hebben, veel invloed hebben.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

brokken

brokte, h. gebrokt (in stukjes breken); zie melk.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

brokken

('brokkən) (brokte, heeft gebrokt) brokkelen.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Brokken

(brokte, heeft gebrokt), in brokken breken, m.n. van brood, beschuit, om dit in vloeibare spijs te mengen: brood in de soep brokken; veel in de melk te brokken hebben, veel invloed hebben, veel te vertellen hebben.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)