Wat is de betekenis van Broes?

2025-01-13
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-01-13
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Broes

Zie Bruist

2025-01-13
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

broes

(zn) schuim LC, TM.

2025-01-13
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Broes

sproeitrechter

2025-01-13
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Broes

m -> Bruist.

2025-01-13
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

broes

sproeikop, roos (gieter).

2025-01-13
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Broes

Straalverdeler op een gieter, waardoor het water min of meer fijn wordt verdeeld, ook wel op sproeileidingen gemonteerd. Het is een gebogen blad, met gaatjes op 5-15 mm van elkaar, die al naar de fijnheid een diameter hebben van ½ mm, meest ca 1 mm, soms tot 3 mm. Bij een platte b., zoals bij de Westlandse gieter, is dit blad vrijwel vlak, b...

2025-01-13
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Broes

o., (gew.) schuim op de mond van razende mensen of dieren: het broes stond hem op de mond.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-01-13
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

broes

I. v. broezen (tuittrechter van een gieter, sproei, sproeier; trechter van een stortbad, tuinslang): platte en ronde broezen. II. o. gew. (schuim); zie bruis.