broek, waar ga je met die jongen naar toe?
(1932) (i.p.v. broek ook: jas; i.p.v. jongen ook: meisje) (sch.) gezegd van iemand met een opzichtige broek of jas. • Marietje wil zowaar sarcastisch doen: broek, waar ga je met die jongen naar toe. (Theo Thijssen: Het taaie ongerief. 1932)