Wat is de betekenis van broedzorg?

broedzorg - Geheel van gedragingen die de ouders investeren in hun nakomelingen om ze in leven te houden en ze te laten opgroeien tot ze zelfstandig verder kunnen. De b. is minimaal bij soorten met een r-selectie, maar goed ontwikkeld bij soorten met een K-selectie.

de zorg van de dieren voor hun nakomelingschap, b.v. het graven van holen en het bouwen van nesten. Zij wordt meestal door het wijfje gedragen, maar ook wel door beide geslachten, zoals bij de vogels, zelden door het mannetje alleen (stekelbaars, vroedmeesterpad, zeepaardje). Vaak zijn bijzondere broedorganen ontwikkeld, zo b.v. de broedbuidel der...

instincthandeling, gericht op het behoud van de soort, zeer variërend; indirect (beschutte plaats bij voedsel) en direct (voedsel, verdediging). Bij vogels nestbouw met grote verschillen (kuiltje in het gras bij kievit tot bolvormig nestje bij winterkoninkje). Tijdens het broeden worden de eieren regelmatig gekeerd. Broeden gebeurt soms allee...

Broedzorg - (neomelie) is verzorging der nakomelingschap door de ouders. Men vindt deze in het dierenrijk op de meest verschillende wijzen toegepast. Men kan hieronder reeds rekenen het uitzoeken door de ouders van geschikte plaatsen zooals voedselafval, vruchten, doode of levende dieren, enz., waarin de larven zich gunstig kunnen ontwikkelen. Typi...

v./m., het complex van gedragingen van dieren, die erop gericht zijn de eieren en/of jongen de beste kansen op ongestoorde ontwikkeling te geven. De broedzorg bestaat in het eenvoudigste geval hierin dat de eieren op een plaats gelegd worden waar de jonge dieren de gunstigste levensvoorwaarden vinden; b.v. kikkers leggen hun eieren in het water, de...