Wat is de betekenis van broedtijd?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

broedtijd

Het begrip broedtijd heeft 2 verschillende betekenissen: 1) periode waarin dieren plegen te broeden. periode waarin dieren hun eieren plegen uit te broeden. 2) broedduur. hoeveelheid tijd die dieren nodig hebben om hun eieren uit te broeden; broedduur.

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

broedtijd

broedtijd - Zelfstandignaamwoord 1. de tijd waarin een vogel broedt De broedtijd van de fuut is meestal een paar maanden. Woordherkomst samenstelling van broed en tijd

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

broedtijd

broedtijd - zelfstandig naamwoord uitspraak: broed-tijd 1. periode waarin een vogelsoort broedt ♢ in de broedtijd mag je niet door dit gebied wandelen Zelfstandig naamwoord: broed-tijd de broedtijd

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Broedtijd

BROEDTIJD, m. (-en), tijd noodig om eieren uit te broeden; (ook) tijd die er verloopt tusschen de besmetting en het ziek worden, incubatietijd.