Wat is de betekenis van Brits?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

brits

(19e eeuw) (inf.) achterste, kont. 'Op zijn brits geven (krijgen': slaag krijgen. Het WNT geeft een citaat uit 1898: "Pas op, kereltje; niet zoo brutaal zijn tegen oudere menschen: anders krijg-je op je brits!" Volgens sommige bronnen betekende brits vroeger ook broek. Voor achterste zijn er talrijke syn. in de volkstaal, vaak eufemistisch maar vaa...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Brits

Brits - Bijvoeglijk naamwoord 1. (demoniem) gerelateerd aan Groot-Brittannië Dat is een Britse organisatie. Brits - Zelfstandignaamwoord 1. (taal) de P-Keltische taal die de voorganger van het Welsh, Cornisch, Bretons en Cumbrisch was Het Brits...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

brits

brits - zelfstandig naamwoord 1. houten rustbank voor soldaten ♢ de soldaten sliepen op een brits Zelfstandig naamwoord: brits de brits de britsen

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

brits

Het WNT veronderstelt dat wij hier te maken hebben met een klank br die vroeger gebruikt werd als bastaardvloek. Dit soort verklankingen ontstaat uit de behoefte aan een woord met krachtige medeklinkers, geschikt om als uitdrukking van intensiteit gebruikt te worden. Vgl. afgebliksemd. In de Kluchtighe Tragoedie: of den Hartoog van...