brits
(19e eeuw) (inf.) achterste, kont. 'Op zijn brits geven (krijgen': slaag krijgen. Het WNT geeft een citaat uit 1898: "Pas op, kereltje; niet zoo brutaal zijn tegen oudere menschen: anders krijg-je op je brits!" Volgens sommige bronnen betekende brits vroeger ook broek. Voor achterste zijn er talrijke syn. in de volkstaal, vaak eufemistisch maar vaa...