Wat is de betekenis van Brio?

2024-04-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Brio

[lt.] levendigheid; (muz.) con -, levendig.

2024-04-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Brio

levendigheid

2024-04-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Brio

vuur, levendigheid; con brio (muz.): met vuur

2024-04-16
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Brio

fig. gloed, vuur.

2024-04-16
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

brio

levendigheid.

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Brio

(It.), levendigheid; con brio, voordrachtsaanwijzing bij muziek; — met veel brio iets zeggen, zeer levendig.

2024-04-16
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Brio

m. brios, pl. kracht; vastberadenheid; bevalligheid.

2024-04-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

brio

(It.) v. jvuur, levendigheid.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-16
X-Y-Z der Muziek

Casper Höweler (1939)

Brio

vuur (I.); con brio: met vuur.