Wat is de betekenis van brengen?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

brengen

(1974) (Barg.) verraden. • iemand brengen, verraden, aangeven. Vb. 'We zijn gebracht, dat is zeker'. Onderwereldtaal. (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

brengen

brengen - Werkwoord 1. (ov) ergens heen gaan om iets of iemand daar af te geven Hij bracht zijn dochtertje naar de dokter omdat zij tekenen van griep vertoonde. Hij brengt altijd slecht nieuws. Woordherkomst afkomstig van: Middelnederla...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

brengen

brengen - onregelmatig werkwoord uitspraak: bren-gen 1. daarheen vervoeren of begeleiden ♢ ze brengt de kinderen naar school 1. morgen brengen! [dat gebeurt niet!] ...

2024-04-19
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

brengen

1. Van een contract: zodanig tegenspelen dat een anders moeilijk of helemaal niet maakbaar contract wordt gehaald. 2. Van een kleur: al of niet gedwongen een kleur aanspelen door een tegenspeler ten faveure van de leider. Zie ook: ingooi; placing

2024-04-19
Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Brengen

Er wordt soms bezwaar gemaakt tegen het gebruik van brengen in de betekenis van ‘publiceren’, ‘vertonen’, ‘uitzenden’ enz., bijv. in ‘het blad brengt deze week een interessante reportage over of ‘de radio brengt een concert’. Sommigen beschouwen het als een germanisme: het Duitse ‘bringen&...

2024-04-19
Recht voor z'n raap

Rouke G. Broersma (1970)

Brengen

iets weten te brengen, presenteren.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Brengen

v., bringe, b r o c h t, b r o c h t; voor elkaar —, biheisterje (en biteisterje).

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Brengen

(bracht, heeft gebracht), 1. (iets) door het persoonlijk te vervoeren, (iem.) door hem te geleiden in de onmiddellijke nabijheid van iets anders, in iemands handen of bezit doen komen: breng mij morgen dat boek eens ; breng die man eens bij mij; ik zal je naar de tram brengen, geleiden ; de kinderen moeten gehaald en gebrach...