breker
1) (1971) (voetb.) robuuste spits die niemand ontziet en de ondoordringbare verdediging van de tegenpartij moet zien te doorbreken. • Zij waren ‘De Brekers’, zeer succesvol, en voor Ajax letterlijk goud waard. (Maarten de Vos: De Ajacieden. 1971) • Het zwakste onderdeel van het Engelse spel openbaart zich in de ve...