Wat is de betekenis van Breister?

2025-01-18
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-01-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Breister

v. (-s), zij die breit ; — (spr.) de beste breister laat wel eens een steek vallen, ook de knapste kan zich wel eens vergissen.

2025-01-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

breister

v. breisters (vrouw, meisje, die, dat bezig is te breien): spreekw. De beste breister laat wel eens (ook: kan wel eens laten) een steek vallen, ook de knapste kan zich wel eens vergissen.

2025-01-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

breister

v. (-s; -tje) zij die breit : de beste kan ook wel eens een steek laten vallen, de knapste kan zich ook wel eens vergissen.

2025-01-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Breister

v. (-s), vrouw die breit; (spr.) de beste laat weleens een steek vallen, ook de knapste vergist zich weleens.

2025-01-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Breister

BREISTER, v. (-s), zij die breit; — (spr.) de beste breister kan ook wel eens een steek laten vallen, ook de knapste kan zich wel eens vergissen. Breistertje, o. (-s).