Wat is de betekenis van breekbaar?

...

breekbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. de eigenschap hebbend gemakkelijk te breken ♢ Die elegante glazen zijn nu eenmaal breekbare dingen. 2. (figuurlijk) makkelijk te kwetsen, makkelijk te verstoren ♢ De harpiste maakte mooie breekbare muziek. Woordher...

breekbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: breek-baar 1. wat gemakkelijk stuk kan gaan ♢ pas op, dat cadeau is breekbaar! Bijvoeglijk naamwoord: breek-baar ... is breekbaarder dan ... ...

adj., tear, bros, brekber; breekbare waar, brekken(d)e waer.

...

bn. (-der, -st), gebroken kunnende worden; inz. licht kunnende breken, bros, teer (van porselein, glas enz.).

bn.; breekbaarder, breekbaarst (kunnende licht breken): porselein is breekbaar.

(‘bre:ʞba:r) bn. (-der, -st) 1. gebro ken kunnende worden : hout is -. 2. licht kunnende breken : glas, porselein is -. Syn. broos, bros, teer.

Adjectief: breekbaar, doorbreekbaar, breukig, zwak 754, broos, broos als porselein, bros, rotbroos, brokkelig, sprok (Zn.), brokkel, spakerig, ras (Zn.), fragiel, geraspt, korrelachtig, korrelig, korrelvormig, grootkorrelig, grofkorrelig, fijnkorrelig, greinachtig, greinig, granuleus, gruisachtig, gruizig, poederig, poedervormig, meelachtig,...