Wat is de betekenis van breedvoerig?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

breedvoerig

breedvoerig - Bijvoeglijk naamwoord 1. tijd en ruimte nemend om alle kanten uitgebreid te bezien Hij heeft daarover een breedvoerige verhandeling geschreven. breedvoerig - Bijwoord 1. op breedvoerige wijze De kundige Schryver van dezelve, die zich...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

breedvoerig

uitvoerig, omstandig.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Breedvoerig

adj. & adv., wiidweidich.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Breedvoerig

bn. bw. (-er, -st), uitvoerig, omstandig, in alle bijzonderheden (niet ongunstig zoals breedsprakig).

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

breedvoerig

bn. (omstandig, uitvoerig, met alle bijzonderheden).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

breedvoerig

(bre:t'voerәch) bn. en bw. (-er, -st) in brede, flinke trekken (ontwikkeld). Syn. → breedsprakig.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Breedvoerig

bn. en bw. (-er, -st), uitvoerig, in alle bijzonderheden (niet ongunstig zoals breedsprakig).

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)