Wat is de betekenis van breed?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

breed

(1987) (jeugd) mooi. • (Jan Kuitenbrouwer: Turbotaal. Van sociobabble tot Yuppiespeak. 1987) • (Marc Hofkamp & Wim Westerman: Aso’s, bigi’s, Crimi’s. Jongerentaalwoordenboek. 1989) • (C.A.J. Hoppenbrouwers: Jongerentaal: de tipparade van de omgangstaal. 1991)

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

breed

breed - Bijvoeglijk naamwoord 1. van grote afmeting in de zijdelingse richting Zo'n Hummer is wel een erg brede auto. 2. het ~ hebben: welvarend zijn Zij hadden het niet zo breed in die akelige tijd. 3. bij een rechthoek de lengte van de...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

breed

breed - bijvoeglijk naamwoord 1. met veel ruimte van zijkant naar zijkant ♢ deze straat is breed 1. een brede rug hebben [veel kritiek kunnen verdragen] 2. een brede scheiding h...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Breed

Breed - 'zich breed maken': tijdens de eindsprint de ellebogen gebruiken. Germanisme. Betekent eig. zich doen gelden.