Wat is de betekenis van Braaf?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

braaf

braaf - Bijvoeglijk naamwoord 1. bereid de regels in acht te nemen Hij was niet altijd de braafste van de klas. Meisjes zijn vaak braver dan de ondeugende jongens. Antoniemen ondeugend, stout

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

braaf

braaf - bijvoeglijk naamwoord 1. wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg ♢ onze hond is altijd braaf 1. een brave Hendrik [iemand die akelig braaf is] 2. met een goed kar...

2024-04-19
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

braaf

(bw) ongeveer LC.

2024-04-19
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Braaf

het -ste jongetje van de klas gezegd van een persoon die zich voorbeeldig ge-draagt. Kan ook van een land gezegd worden. Journalistencliché. Waar moet het met Europa naar toe als zelfs Spanje - op Nederland na misschien wel het braafste jongetje van de Europese klas - wankelmoedig wordt in het zicht van het door het land zo hoog aangeslagen EU-voo...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

braaf

gaaf, goed, fatsoenlik.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Braaf

adj. & adv., goed, braef, bêst, froed, from, nommel, earber.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Braaf

bn. en bw. (braver, braafst), 1. dapper: een braaf soldaat vreest de dood niet; 2. flink, fiks, aanmerkelijk; vrijwel veroud. maar nog gewoon als bw.: braaf drinken, veel drinken; het heeft braaf geregend; braaf wat, heel wat; braaf liegen, sterk liegen; 3. deugdzaam, rechtschapen, bewust van zjjn plichten; van...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

braaf

braver, braafst 1. bn. (1 v. personen: deugdzaam, rechtschapen, zedelijk; 2 v. daden, uitingen: blijk gevende van braafheid; overeenkomende met de eisen van de plicht; 3 eerzaam, niets verkeerds doende; dikwijls enigszins min.; 4 v. kinderen: zich goed gedragend; oppassend; enigszins ong. zoet en gehoorzaam; nog ongunstiger: suf, onjongensachtig; i...