bouwkunst
bouwkunst - Zelfstandignaamwoord 1. (kunst), (wetenschap), (techniek), de kunst en de leer van het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken. Woordherkomst samenstelling van bouw en kunst Synoniemen architectuur
Ontvang een gratis welkomstgeschenk!
Wiktionary (2019)
bouwkunst - Zelfstandignaamwoord 1. (kunst), (wetenschap), (techniek), de kunst en de leer van het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken. Woordherkomst samenstelling van bouw en kunst Synoniemen architectuur
Muiswerk Educatief (2017)
bouwkunst - zelfstandig naamwoord uitspraak: bouw-kunst 1. de kunst om gebouwen te ontwerpen ♢ je herkent de oosterse bouwkunst aan de minaretten Zelfstandig naamwoord: bouw-kunst de bouwkunst Synoniemen...
Uitgeverij Malmberg (2004)
De manier waarop bouwwerken ontworpen en gebouwd worden. Deze past vaak bij een bepaalde cultuur en tijd. In de renaissance bootsten architecten de bouwkunst van de oude Grieken en Romeinen na.
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Bouwkunst (ook architectuur) is een verzamelnaam voor alles wat gebouwd is of ruimtelijk geordend is.
Oosthoek (1985)
v., het kunstzinnige aspect van de bouwkunde; architectuur. (e) In de jaren tachtig herstelde de bouwkunst zich van de crisis die zij op het eind van de jaren zestig doormaakte. De kritiek op haar onmenselijkheid en monotonie had zij beantwoord met kleinschalige bouwwerken. Deze zijn kenmerkend voor de stadsvernieuwing vanaf het midden van de jaren...
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
De Zeeuwse bouwkunst heeft tot in de 17e eeuw een Vlaamse inslag gehad, veroorzaakt niet alleen door de geografische ligging maar ook door de grote immigratie uit Vlaanderen en Brabant. Vele bouwmeesters uit genoemde gewesten of zij die naar Zeeland uitweken na 1584, ontvingen opdrachten in deze provincie. In de late middeleeuwen waren het leden va...
drs. L.A. Beeloo (1981)
Van oudsher heeft men in Europa een onderscheid gemaakt tussen kerkelijke (sacrale) en wereldlijke (profane) bouwkunst. Tot aan de periode van de Renaissance gal de kerkelijke bouwkunst de toon aan. Drijfveer tot het maken van prachtige gebouwen was in die tijd uitsluitend de godsvrucht der mensen, die hieraan in een kunstig, torenhoog en ve...
Oosthoek (1972)
v,, het esthetisch aspect van de bouwkunde; architectuur. © Na de vernielingen van de Tweede Wereldoorlog waren wederopbouw en uitbreiding van de steden noodzakelijk. Vooral in de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig werden deze problemen aangepakt door de toepassing van geavanceerde industriële woningbouwtechnieken. De stadsve...
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. hoofdtak der kunst, tot voorwerp hebbend het ontwerpen en optrekken van bouwwerken, architectuur: de bouwkunst der Grieken; de gewrochten der bouwkunst; 2. practische bekwaamheid tot het optrekken van bouwwerken: de bouwkunst der dieren.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is het scheppen van ruimte met een geestelijke bedoeling. Materiële factoren moeten daarbij vanzelfsprekend tot oplossing zijn gebracht: boven de kunde van het bouwen komt pas de bouwkunst uit. Ruimten kunnen omsloten worden door steen, beton, glas, hout, papier, ijzer, stof enz. en door alle combinaties van deze materialen, in alle vormen of...
John Kooy (1933)
architectuur, alles wat t/h bouwen, d.i. het ommuren v. ruimten, behoort. De b. is een der meest traditioneele kunsten, omdat zij rekening moet houden m/d behoeften der menschen. Daarom zijn duidelijk naar landstreek en tijd verschillende bouwstijlen te onderscheiden, zooals: de Egyptische, Assyrisch-Babylonische, Perzische, Grieksche, Etruskische...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Bouwkunst - (Aesthetica) is de kunst om een schoone ruimte of ruimte-inhoud te vormen. Ruimteinhoud nu zijn de afstandsverhoudingen, waarin de omgevende lichamen, wier vlakken de ruimtewanden vormen, tot elkaar staan. Een verschillend antwoord op de vraag naar het wezen van de ruimte verandert niets aan de vaststelling, dat de schoone ruimteinhoud...
Jozef Verschueren (1930)
v. kunst van te bouwen inz. om fraaie gebouwen samen te stellen: een geschiedenis der-; de der dieren.
P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)
Het gaat met de huizen, waarin we wonen, als met de dingen, die we dagelijks in handen krijgen: we zijn er zo aan gewend, dat niemand meer eraan denkt, dat ieder huis, of het lelijk is of mooi, of het groot of klein is, een bouwkundig voortbrengsel is, d.w.z. dat degeen, die het heeft gebouwd, heel wat in zijn mars moet hebben, om in het bouwen wer...
F.W. Grosheide (1926)
Het oudste belangrijke bouwwerk, waarvan in de Heilige Schrift wordt gewag gemaakt, is de Toren van Babel, waarvan volgens Josephus Nimrod de bouwer was. In den kegelvormigen berg Birs-Nimrud, aan den Westelijken oever van de Eufraat gelegen, meent men de overblijfselen van dit bouwwerk, dat door Nebucadnezar is hersteld, teruggevonden te hebben. V...
H.J. van Eyk (1916)
In het algemeen de kunst om gebouwen te construeeren, welke zoowel aan practische als schoonheidseischen voldoen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., bouwkunde naar zijn esthetisch aspect; architectuur: de van de Grieken. Met bouwkunst wordt aangeduid het esthetische aspect van het bouwen. De techniek (zie bouwkunde) beïnvloedt de vormgeving; anderzijds kan de keuze van vormen met de daarbij harmonisch geachte materiële bestanddelen niet worden gescheiden van de technische mogelijk...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: