bouwkundig
bouwkundig - Bijvoeglijk naamwoord 1. tot de bouwkunde behorende Woordherkomst Afgeleid van bouwkunde met het achtervoegsel -ig
Wiktionary (2019)
bouwkundig - Bijvoeglijk naamwoord 1. tot de bouwkunde behorende Woordherkomst Afgeleid van bouwkunde met het achtervoegsel -ig
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., tot de bouwkunde behorende: bouwkundig weekblad,; bouwkundig ingenieur ; bouwkundig tekenen, rechtlijnig tekenen.
M. J. Koenen's (1937)
1. bn. (behorende tot de bouwkunde): het bouwkundig tekenen, bouwkundig ingenieur, architect; 2. bouwkundige, m. bouwkundigen (iem., die de bouwkunde beoefent, inz. die de bouwkunst als beroep uitoefent).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., tot de bouwkunde behorende: bouwkundig weekblad; bouwkundig ingenieur; tekenen, rechtlijnig tekenen.
J.H. van Dale (1898)
BOUWKUNDIG, bn. tot de bouwkunde behoorende bouwkundig weekblad; bouwkundig ingenieur; bouwkundig teekenen, rechtlijnig teekenen,
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: