bouquet
bouquet - zelfstandig naamwoord uitspraak: boe-ket 1. fijne geur waaraan men een wijn of sigaar herkent ♢ deze wijn heeft een heerlijk bouquet Zelfstandig naamwoord: boe-ket het bouquet
Muiswerk Educatief (2017)
bouquet - zelfstandig naamwoord uitspraak: boe-ket 1. fijne geur waaraan men een wijn of sigaar herkent ♢ deze wijn heeft een heerlijk bouquet Zelfstandig naamwoord: boe-ket het bouquet
Jan Zellenrath (1979)
Organoleptische eigenschap (geurindruk) van de wijn, dank zij de vluchtige zuren. Het bouquet moet zuiver zijn, zonder enige wansmaak. Deze geur ontstaat door het heel langzaam oplossen en vervagen van esters en ethers, die in de wijn voorkomen. Wanneer men de fles ontkurkt, is het bouquet nog nauwelijks te bespeuren. Als de wijn op de juiste tempe...
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
ruiker, tuil; feestgeschenk, gelegenheidsvers; bos [groenten], trosje [kersen], bundel [vuurpijlen]; kruidige wijngeur, bouquet; slotstuk [v. vuurwerk]; slot, toppunt, ’t mooiste van alles; bouquet d’arbres, groepje bomen, bosje; c'est le bouquet!, ook: dat doet de deur dicht!; voilà le bouquet de l’affaire, dat is de...
Van Dale Uitgevers (1950)
ook BOEKET', m. en o. (-ten), 1. bloemruiker : die bouquet rozen is bijzonder mooi ; 2. het bouquet van wijn, kruidige geur en smaak ; 3. laatst en schitterend stuk van een vuurwerk (oorspr. in ruikervorin).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: