Wat is de betekenis van bottleneck?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

bottleneck

Het begrip bottleneck heeft 2 verschillende betekenissen: 1) vernauwing, versmalling. vernauwing, versmalling waardoor een voorwaartse beweging wordt gehinderd, bv. in een waterloop of in een verkeersstroom; vervolgens ook in toepassing op wat een opstoppingsprobleem veroorzaakt bij zaken met een denkbeeldige doorstroming: knelpunt. 2) s...

2024-03-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

bottleneck

(zelfstandig naamwoord) [alg.] struikelblok, breekpunt, knelpunt - Struikelblok bij de invoering van elektrische auto's was aanvankelijk het tekort aan laadpalen. [verkeer] flessenhals - Deze flessenhals zorgt regelmatig tot lange files. [gitaar] flessenhals - Een lessenhals genoemd is vaak een buisje van glas of metaal dat wordt gebru...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bottleneck

bottleneck - Zelfstandignaamwoord 1. een buisje van gepolijst glas of metaal, door gitaristen gebruikt om bepaalde typische klanken te produceren Een bottleneck wordt gebruikt om slide-gitaar te spelen. 2. een wegvernauwing, in het bijzonder een die voor vertraging zorgt ...

2024-03-29
Popmuziek Encyclopedie

Jan van der Plas & Mike Schepers (2003)

Bottleneck

Hulpmiddel voor gitaristen. Bluesartiesten ontdekten dat door een afgebroken hals van een fles om de pink van de linkerhand te doen en hiermee vervolgens langs de snaren te bewegen een klaaglijke toon kon worden voortgebracht die perfect bij blues paste. Aangezien het spelen met zo’n stuk glas niet zonder risico’s was werd de flessehals al snel ver...

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Bottleneck

[Eng. = flessehals] nauwe plaats waar opstoppingen ontstaan, knelpunt (ook fig.).

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Bottleneck

knelpunt; struikelblok

2024-03-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Bottleneck

eig. fleshals; overdr.: moeilijkste plaats; in economie: punt waarvoorbij productieuitbreiding niet mogelijk is