Wat is de betekenis van Bosch?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Bosch

Bosch - Bijvoeglijk naamwoord 1. (demoniem) op Den Bosch ('s-Hertogenbosch) betrekking hebbend Voor de Bossche poorter gold in de eerste plaats Bosch recht.

2024-04-23
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Bosch

Verdwenen eiland in de Waddenzee tegenover Hornhuizen. Het behoorde toe aan het klooster van Aduard. Dit schonk in 1535 de helft aan Geert Lewe in borg Tamminga te Hornhuizen. De kloosterhelft kwam in 1594 in het bezit van Stad en Lande, die het in 1659 voor 7.300 gulden verkochten aan de heren Rengers en Lewe. De hoge duinen werden bij de Allerhei...

2024-04-23
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Bosch

Bosch, Johannes, graaf van den, Nederlands staatsman, *2.2.1780 Herwijnen, +28.1.1844 's-Gravenhage. Van den Bosch ging in 1798 als luitenant naar Nederlands-Indië; hij nam in 1808 als kolonel ontslag. In Nederland teruggekeerd kreeg hij in 1815 de leiding van de directie van de Oostindische militaire zaken. Van den Bosch legde met zijn Verhandelin...

2024-04-23
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Bosch

Zie Bos.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Bosch

1. (Hiëronymus) Nederlands schilder, ° 1460 en † 1516 te ’s-Hertogenbos. Zijn schilderijen, waarvan er veel te Madrid zijn, geven meest fantastische voorstellingen van de eeuwige waarheden: oordeel, hel, vagevuur, hemel enz. Hij schilderde ook de ➝ Verloren Zoon. 2. (Joannes van den) Nederlands staatsman, ° 2 feb. 1780 te...

2024-04-23
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Bosch

Het woord „bosch” komt in onze Statenvertaling maar zeer zelden voor ter aanduiding van een aantal bij elkander staande boomen (Deut. 19 : 5 en Jes. 44 : 23). Het woord dat ’t oorspronkelijke daarvoor heeft is hetzelfde dat elders door „woud” wordt weergegeven. In Gen. 21 : 33 is een ander woord gebezigd, waardoor even...

2024-04-23
Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Bosch

De totale met bosch begroeide oppervlakte in Suriname mag op 14½ à 16 millioen H.A. geschat worden. Wat de formatie betreft, waarop de bosschen groeien, zoo kan men in hoofdzaak er drie onderscheiden. De eerste bestaat uit alluvium en strekt zich als een breede zoom langs de kust uit. Op meerdere plaatsen treft men in deze zone zand e...

2024-04-23
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Bosch

Een hoeveelheid bijeenstaande boomen, waarmee een meer of minder groot stuk grond begroeid is.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bosch

BOSCH, o. (Zuidn. ook m.) (bosschen), een met opgaande boomen beplante grond, woud het Haagsche bosch; — een bosch rooien, de boomen eruit; het bosch verkoopen; — die heuvels zijn met bosch begroeid, geboomte, struikgewas; — struik boompje: frambozebosch; — (fig.) een bosch van masten, een groot aantal bij elkander liggen...