Wat is de betekenis van borstklier?

2024-03-29
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

borstklier

Zie (ook) borst

2024-03-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Borstklier

of thymus is een klier, grotendeels voor in de borstholte gelegen. Verdwijnt in de regel zodra de dieren geslachtsrijp geworden zijn. Omtrent de werking van deze klier weet men nog betrekkelijk weinig (z. Klieren van interne secretie).

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Borstklier

v. (-en), (ontl.) elk der trosvormige kliergroepen die de moedermelk uit het bloed afscheiden

2024-03-29
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Borstklier

(melkklier, mamma), 1. Anatomie en ontwikkelingsfysiologie De zogklieren bij de vrouw liggen op de grote borstspier tussen de 3de en 7de rib. De borstklier bestaat uit twee weefselcomponenten, het epitheel- en het bindweefsel. Het epitheelweefsel vormt het kliersysteem dat bestaat uit gangen en secreterende delen, de alveolen; zowel...

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

borstklier

v. (-en) een der klieren in de borst, die de moedermelk afscheiden.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Borstklier

v./m. (-en), melkklier. De borstklier, mamma, is een groep klieren die bij de vrouw paarsgewijs aan weerszijden van het borstbeen in de huid gelegen is. Deze groep van klieren wordt door een variërende hoeveelheid vetweefsel omsloten. Het is dit vetweefsel, dat de zozeer uiteenlopende grootte van de borstklier veroorzaakt; de kliermassa is bij...

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Borstklier

BORSTKLIER, v. (-en), (ontl.) trosvormige kliergroepen, elk 16 à 20 stuks, melkgangen geheeten, bevattende, die de moedermelk uit het bloed afscheiden; —ADER, v. (-s), melkgang; —ONTSTEKING, v. (-en).