borleboppen
(19e eeuw) (ook: borlebobben) (inf.) borrels drinken. Een borlebop is een verouderde benaming voor een borrel. Bobbelen wijst op gisten, bruisen. 'Hier borlebopt men op een bank.' • (De Navorscher. 1898) • Borrelen, borrelde, geborreld. = Een borrel drinken, of meer: borlesoezen, borleboppen, zoo ze in Holland zeggen. (Guido Gezelle: Lo...