Wat is de betekenis van Bordes?

2024-03-29
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

BORDES

UIT: Nieuwe kabinetsploeg bijeen voor overleg (NRC Handelsblad, 14 oktober 2010) CONTEXT: Het kabinet staat vanmiddag op het BORDES van Paleis Huis ten Bosch. Na 127 dagen is daarmee de kabinetsformatie ten einde. : verhoogde stoep met treden UITSPRAAK: [bor-des] WOORDFEIT: Bordes is voor het eerst aangetroffen in 1385 in de vorm bertessche of...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bordes

bordes - Zelfstandignaamwoord 1. verhoogd platform dat bereikbaar is via een aantal treden en toegang geeft tot een gebouw De koning werd verwelkomd op het bordes van het stadhuis. 2. horizontaal deel tussen twee delen (steken) van een trap waar men even kan rusten Verwante begrippen...

2024-03-29
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Bordes

Platvorm waarop een zak graan wordt geplaatst voor het leegstorten in de kaar. Synoniem: bok.

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Bordes

[OFr. bretesche = belegeringstoren; houten uitbouw boven een poort] 1 verhoging met treden vóór of achter een huis; 2 vloertje midden in een trap als plaats voor korte rust; 3 (spoorw.) laadvloer.

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Bordes

verhoogde stoep met treden; laadvloer (spoorwegen)

2024-03-29
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Bordes

Mr Arnoud Jacob Theodore de; geb. Den Haag 28 mei 1805, overl. Leiden 30 november 1864. Lithograaf en tekenaar. Was raadsheer Prov. Gerechtshof in Den Haag.Scheen 1946 en 1969; Waller.

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

bordes

trapportaal.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bordes

o. (-sen), 1. verhoogde stoep met treden, met of zonder leuning, hetzij aan de voor-, of aan de tuinzijde van een huis. 2. vloertje, portaal, veelal vier- of vijfmaal zo breed als de aantreden, boven aan of midden in een trap. 3. verheven zit- of standplaats, b.v. van een bestuurder. 4. (Zuidn.) tamboer, uitgebouwd, overdekt houten portaal voor de...