Wat is de betekenis van booten?

2024-04-24
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

booten

(werkwoord) [alg.] opstarten

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

booten

booten - Werkwoord 1. (informatica) (ov) het besturingssysteem van een computer opstarten vanaf de bootsector van een schijf d.m.v. de bootstraploader Verwante begrippen bootleg, bootleggen

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

booten

booten - regelmatig werkwoord uitspraak: boe-ten 1. op gang brengen ♢ als alles vastloopt, kun je de computer beter even opnieuw booten Regelmatig werkwoord: boe-ten ik boot jij/u boot...

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Booten

[Eng. to boot] (comp.) opstarten van een computer door het besturingssysteem in het werkgeheugen te laden.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Booten

BOOTEN, (bootte, heeft gebooten), (Zuidn.) slaan, kloppen met de hand of met een hamer; — op iem. booten, erop losslaan; — op iets booten, ergens op blokken; — vlas booten, groen vlas op den dorschvloer met den platten boothamer beuken om er het zaad uit te kloppen; (ook) geroot vlas met den kerfboothamer beuken om de lemen (hou...

2024-04-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Booten

fland. Malleo contundere, pinsere.